was een in het Frankische en middeleeuwse recht voorkomende onterende straf. Aanvankelijk werd de veroordeelde averechts op een ezel geplaatst, terwijl hij de staart in beide handen moest vasthouden.
In deze houding werd hij dan rond de stad gevoerd. Later gebruikte men houten ezels of paarden, waarop de veroordeelden (meestal vrouwen van lichte zeden) gedurende een zekere tijd aan het gelach en de hoon van het plebs werden overgelaten.Lit.: J. R. Dieterich, Eselritt und Dachabdecken (Hessen) (Hess. BI. für Volkskunde, 1902, p. 87-112).