Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

EVANGELIARIUM

betekenis & definitie

of Evangelieboek, Latijnse, vooral middeleeuwse benaming voor handschriften, later boeken, welke bevatten: 1. de vier evangeliën, of vooral 2. de evangelieperikopen welke tijdens de Mis door de priester of de diaken worden gelezen of gezongen. In het laatste geval geldt het hoofdzakelijk een liturgisch boek, dat althans in de Latijnse Kerk ook de epistels bevat.

Eertijds en ook thans nog in de Oosterse Kerken zijn evangeliën en epistels in twee verschillende boeken gebundeld, en men spreekt dan van epistolarium in tegenstelling met evangeliarium. Soms worden beide boeken samengevat in de benaming lectionarium. In de Latijnse Kerk leest men doorgaans onder de naam evangelie een uittreksel uit de vier canonieke evangeliën, onder de naam epistel een uittreksel uit de overige Nieuwtestamentische boeken, vooral uit de apostolische brieven of uit het O.T. Slechts de Ambrosiaanse ritus kent drie lezingen: een uit het O.T., een uit de canonieke evangeliën, een uit de overige Nieuwtestamentische schriften.In de musea worden zeer kostbare evangelieboeken bewaard. Ze getuigen niet enkel van de kunstzin van de Christenen maar ook van hun eerbied voor het woord van Christus. In Nederland is vooral het evangeliarium van Egmond bekend, een boek bestaande uit 220 bladen perkament, uit de 9de of 10de eeuw, ca 980 door graaf Dirk I aan de abdij van Egmond geschonken, met twee van de oudste miniaturen in ons land vervaardigd. Het wordt thans bewaard in de Kon. Bibliotheek in Den Haag.

PROF. DR J. COPPENS

Lit.: E. Ranke, Das kirchliche Pericopensystem (Berlin 1847); G. Morin, Liber comicus sive lectionarius Missae (Maredsous 1893); Le plus ancien comes de l’Eglise romaine, in Rev. Bén. (Maredsous 1900), blz. 40-47; St. Beissel, Entstehung der Perikopen des römischen Messbuches (Freiburg i.Br. 1907); A. Rahlfs, Die altt. Lektionen der Griechischen Kirche (Berlin 1915); A. Baumstark, Nichtevang. syrische Perikopenordnungen (Munster I.W. 1921); H. Leclercq, Dict. d’archéol. chrét. et de liturgie, sub voc. Epitres, Evangéliaire, Lectionnaire.

< >