Zweeds dichter (Stockholm 17 Aug. 1894), studeerde kunstgeschiedenis, schreef een aantal lyrische bundels, aanvankelijk weinig persoonlijk, later, onder invloed van Wereldoorlog I, getuigenis afleggend van een eigen levensbeschouwing en een bijzondere vorm, o.a. in het essay.
Bibl.: En ny livskansla (een nieuw levensgevoel, 1925). Zijn voornaamste dichtbundels zijn: Ensamhetens sanger (1918); Manniskan och guden (de mens en de god, 1919); Jorden (de aarde, 1920); Den fangne guden (de gevangen god); Nattens ögon (de ogen van de nacht, 1943).