( Arthur) (Rowton Peter Joseph), Engels beeldhouwer, boek-illustrator, drukker en essayist (Brighton 22 Febr. 1882 bij Uxbridge 17 Nov. 1940), was 1899-1903 in de leer bij de architect W. D.
Caroë, legde zich daarna toe op het ontwerpen van letters en was sinds 1906 tevens werkzaam als graveur (houtsnijder) en sinds 1909 als beeldhouwer. In 1913 werd hij Katholiek. Sinds 1928 exploiteerde hij te Pigotts (Buckinghamshire) een pers, waarop hij zeer verzorgde boeken (limited editions) drukte. Als typograaf en letterontwerper had hij een internationale naam; hij ontwierp o.a. de Perpétua antiqua (1925) en de Gill-Sans-serif (1927).
Een knap illustrator toonde hij zich in The song of songs (1925), Chaucer’s Canterbury tales (1929) en The four gospels (1931); verder werkte hij veel voor de Golden Cockerel Press. Zijn beeldhouwwerk vindt men o.a. in de Westminster Cathedral (1913I en in het gebouw van de B.B.C. te Londen (1933) ; ook zijn verschillende oorlogsmonumenten van zijn hand. Als schrijver van vele werken op sociaal en kunstfilosofisch gebied toont hij verwantschap met Ruskin, Morris, Lethaby en Coomaraswamy, doch baseert zich als aanhanger van de Thomistische filosofie vnl. op de moderne pauselijke encyclieken.Bibl.: Sculpture, an essay on stone cutting, with a preface about God (1917) ; Id quod visum placet, a practical test of the beautiful (1926) ; Christianity and art (1927) ; Art-nonsense (1929) ; Essay on typography (1931); Clothes (1931); Beauty looks after herself (1933) ; Money and morals (1934) ; Art and a changing civilisation (1934); Work and leisure (1935); The necessity of belief (1935); Work and property (1937); Social justice and the stations of the cross (1939) ; Sacred and secular (1940); Christianity and the machine age (1940); Autobiography (1940); Last essays (1942); Letters, ed. by W. Shewring (1948).
Lit.: Burlington magazine XXX (1918) ; K. Parkes, Sculpture of to-day (1921, Universal art series) ; A. Rutherston, G. (London 1927, Contemporary British artist series); G. K.
Chesterton, E. G. and no-nonsense, in: The Studio (Apr. 1930); Zeitschr. f. Bücherfreunde XXXVI (1932); D. Attwater, E.
G. : workman (London 1942, Modem Christian revolutionary series).
