langs boord van een vijandelijk schip komen, en daarop overklimmen, ten einde de strijd met handwapenen uit te vechten. Oudtijds was het entergevecht de voornaamste strijdwijze in de zeeoorlog; de schepen waren drijvende legerkampen met soldaten, die in een handgemeen de beslissing zochten.
De aanvaller bezigde aan een lijn of ketting verbonden enterhaken en enterdreggen, die in het tuig van de tegenstander werden geworpen, om deze aan boord te klampen, terwijl de enterbijl, die voorzien was van een punt aan de achterzijde, een bij het overklimmen gebruikelijk wapen was. Voor bescherming tegen deze bestorming dienden enternetten, terwijl de geschutpoorten, waardoor de vijand veelal placht binnen te dringen, met enterpieken werd verdedigd.Naarmate het scheepsgeschut in bereik en uitwerking toenam, verminderde de kans op en de noodzaak van het enteren, al bleef het nog lang de laatste en beslissende phase in de scheepsstrijd. Zelfs heden ten dage kan het in bijzondere omstandigheden nog wel eens voorkomen, zoals de aanval op de „Altmark” door de Britse torpedojager „Cossack” in de Noorse wateren, tijdens Wereldoorlog II, heeft bewezen.
SCHOUT-BIJ-NACHT JHR H. A. VAN FOREEST