Wat is de betekenis van Enteren?

(werkwoord) invoeren, ingeven

(1926) (inf.) iemand staande houden, aanklampen. • Besluit, dat hij een programma MOET hebben en waagt het nogmaals tot een poging, den knaap te enteren. (Het Vaderland, 20/11/1926) • "Komt u uit Amsterdam?" vroeg Jensma, die een poging ondernam hem als gesprekspartner te enteren. (Sjoerd Leiker: Wachten bij de grens....

enteren - Werkwoord 1. (scheepvaart) aan boord gaan en overnemen

v., interje.

(enterde, heeft geënterd). 1. een vijandelijk schip aan boord klampen en beklimmen om het te veroveren; ook absoluut. 2. in het want klimmen; — (fig.) aanklampen, aanhouden.

bij het zeegevecht het overklimmen op een vijandelijk schip, ten einde de strijd man tegen man uit te vechten.

langs boord van een vijandelijk schip komen, en daarop overklimmen, ten einde de strijd met handwapenen uit te vechten. Oudtijds was het entergevecht de voornaamste strijdwijze in de zeeoorlog; de schepen waren drijvende legerkampen met soldaten, die in een handgemeen de beslissing zochten. De aanvaller bezigde aan een lijn of ketting verbonden ...

enterde, h. geënterd (Sp. entrar [Lat. intrare = binnentreden]: 1 een vijandelijk schip aan boord klampen en beklimmen; 2 in het tuig van een schip klimmen): 1. het admiraalsschip enteren; 2. als de matrozen enteren, d.w.z. in mast en ra vliegen.

Aan boord klampen van een vijandelijk schip. Hierbij maakte men van werpankers en van enterhaken gebruik. Het is een strijdwijze van vroeger tijd.