Belgisch politicus en koloniaal voorman (Luik 12 Oct. 1836 - Elsene 13 Juli 1898), behoorde met J. B.
Nothomb*, E. C. de Gerlache* en P. de Haulleville tot België’s beste politieke schrijvers, werd medewerker van Devaux en Rogier, die hem tot archivaris-bibliothecaris benoemde van Buitenlandse Zaken; later van Frère-Orban en vooral van koning Leopold II, wiens koloniale bedrijvigheid hij in binnen- en buitenland deed kennen en hielp verdedigen, zelfs nadat hij in 1892 — om meningsverschillen nopens de Kongo-politiek — bij den souverein in ongenade was gevallen. Hij maakte deel uit van de conferentie van Brussel (1876) en van de conferentie van Berlijn (1884) waar het statuut van het Kongobekken werd vastgelegd. Hij was het die, naar het getuigenis van generaal Brialmont*, de tekst opstelde van de ophefmakende rede, welke de koning bij de onthulling (15 Aug. 1887) van het standbeeld van Breydel en De Coninck te Brugge uitsprak en waar hij de vrijheidshelden van 1302 tot voorbeelden van daadvaardige vaderlandsliefde ophemelde. Zijn voornaamste werken w. o. Les origines et les phases de la neutralité Beige en Réflexions morales et politiques werden, het eerste door A. de Ridder in 1927 en het tweede door graaf de Lichtervelde in 1946, te Brussel uitgegeven.
Banning was de eerste die de penetratie van het Kongobekken van het W. uit voorstond en het Kongoland als uitbreidingsmiddel voor zijn vaderland zag. DR M. CORDEMANSLit.: Gen. Brialmont, Notice sur E. B., in Annuaire de 1’Académie des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique (Bruxelles 1900); M. Walraet, E. B. (Bruxelles 1945).