Duits toneelspeler en filmacteur (Rorschach, Zwitserland, 23 Juli 1886 Zinkenbach, Oostenrijk, 2 Jan. 1950), ving zijn carrière aan bij reizende toneelgezelschappen en kwam ten slotte aan de Reinhardt-Bühne te Berlijn, waar hij klassieke en moderne rollen vertolkte. Hij kwam door Robert Wiene bij de film, waar hij in de „stomme” periode naam maakte.
In 1926 haalde Ernst Lubitsch hem naar Hollywood, waar hij tot 1929 verbleef. Teruggekeerd in Duitsland speelde hij met Mariene Dietrich in de klassiek geworden Blaue Engel. Grote rollen op het toneel en op het filmdoek wisselden elkander af en deden Jannings een grote populariteit verwerven. In 1934 werd hij geëngageerd door het Staatliches Schauspielhaus te Berlijn, terwijl hij voor de film zijn meest vermaarde rollen speelde in Robert Koch (1939) en Der Vater (1943-1944). In Juli 1936 werd hij „Staatsschauspieler” en in Nov. 1936 benoemd in de Reichskultursenat.