is de tegenstelling van ,,structuur”-psychologie, „Gestaltpsychologie of „Ganzheit”-psychologie. De term elementen-psychologie is een verzamelnaam voor de onderscheiden „psychologieën”, welke tot de objectiverende psychologie behoren, d.i. de psychologie, die de bewustzijnsbelevingen als op zichzelf staande eenheden beschouwt, los van haar relatie tot het ik en los van haar plaats in de totaalstructuur van het bewustzijn.
Zij houdt zich bezig met de zgn. innerlijke ervaring, d.i. met de onmiddellijke inhouden van het bewustzijn. Deze geïsoleerde gegevens gaat men classificeren en men tracht wetmatigheden af te leiden. Men wil met behulp slechts van deze bewustzijnselementen, psychische „atomen”, de samengestelde structuur der psychische werkelijkheid in haar geheel verklaren (atomistische psychologie). Het meest elementaire psychische feit is de gewaarwording, waartoe men dan ook alles tracht te herleiden door associatie, modificatie of als begeleidingsverschijnsel. Het bewustzijn is niet meer dan een som van bewustzijnselementen, die passieve werkingen zijn van de buitenwereld, en het psychisch leven verloopt volgens associatiewetten. Een ik is overbodig. Alle kwaliteit wordt gereduceerd tot kwantiteit. In de objectiverende psychologie heeft men talrijke variaties. Herbart voerde de „voorstelling” (omvattende gewaarwording en voorstelling) in als elementair element. De meest radicale vorm is het sensualistisch associationisme (Mach), dat slechts gewaarwordingen als enige klasse van elementen aanneemt. Het voluntaristisch apperceptionisme (Wundt) erkent naast gewaarwordingen gevoelens (met name de wil) en naast de associatie de apperceptie en „scheppende synthese”, terwijl de wil het centrale psychische verschijnsel is. Het intentionalisme van Brentano onderscheidt gevoelens, voorstellingen en oordelen. W. James en H. Münsterberg erkennen ook motorische grondelementen. De Engelse filosofen als Locke, Hume, J. Mill, J. S. Mill en Bain moeten als de grondleggers der associatiepsychologie beschouwd worden. De Würzburger school (Külpe, Bühler, Ach, Messer, Marbe enz.) toonde het bestaan aan van onaanschouwelijke bewustzijnsinhouden. Verdere vertegenwoordigers van de elementenpsychologie zijn Helmholtz, Hering, Weber, Fechner, Meumann; in Frankrijk met name Taine.De introspectie weerspreekt de genoemde opvattingen. Zij worden daarom fel bestreden door de school van Würzburg, door de school van Graz en door de Gestalt-psychologie. In haar krasse vorm vinden deze elementen-psychologieën heden ten dage geen aanhangers meer.
DR E. J. M. BREUKERS