Baron of Duncairn, Brits politicus (Dublin 9 Febr. 1854 - Cleve Court (Minster) 22 Oct. 1935), werd in 1892 tot lid van het Lagerhuis verkozen als Unionist door de Universiteit te Dublin. Hij was een beroemd advocaat en onderscheidde zich door zijn hardnekkige tegenstand tegen Home Rule voor Ierland in iedere vorm.
Hij was de grote beschermer van het protestantse Ulster tegen het in meerderheid katholieke Ierland en bleef tot het uiterste van oordeel, dat het onder de koning en het Rijksparlement moest blijven. Hij vormde met dat doel een Ulster Volanteer Corps, dat 100 000 man telde en waarvoor een fonds werd bijeengebracht van een millioen pond sterling, waartoe hij zelf 10 000 pond bijdroeg. Hij stelde in 1913 tevergeefs uitsluiting van Ulster uit Home Rule voor en hield grote revues over zijn Volunteercorps, dat hij steeds gereed hield onder het motto: Peace but preparation!In Wereldoorlog I legde hij zich met succes toe op aanwerving van troepen in „loyalist Ireland”, kwam in 1915 in het kabinet Asquith als Attorney-General, werd daarop ist Lord of the Admirality in het coalitie-kabinet van Dec. 1916 en in het volgende jaar minister zonder portefeuille, bedankte wegens een botsing met Lloyd George op de eeuwige Ierse kwestie en was een sterk voorstander van doorzetting der vijandelijkheden tot het uiterste.
Na de oorlog dreigde hij opnieuw met de oproeping van zijn Volunteers, maar werd gekalmeerd door Lloyd George’s voorstel om aan Dublin en Belfast (Ulster en de 6 protestantse provincies daartoe behorende) afzonderlijke parlementen te geven en bijzondere magistraten, belast met de uitvoerende macht. Hij verzekerde door zijn onvermoeide werkzaamheid in 1921 het bijeenbrengen ener unionistische meerderheid in het Ulsterparlement en werd tot Lord of Appeal in Ordinary (hij bleef dit tot 1929) en tot Peer voor het leven benoemd.
Lit.: R. M. Dawson, A. J.
Balfour and Sir Edw. G. in the Admiralty 1915-1917, in Canad. Journ. of Econ. and Polit. Science, dl 9 (1943), blz. 1-38; Levensbeschrijving van Edward Marjoribanks, voltooid door Jan Colvin, in 2 dln (1932-1934).
