Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Edward GREY of Fallodon

betekenis & definitie

1ste viscount, Engels staatsman, van liberalen huize (Fallodon 25 Apr. 1862 7 Sept. 1933), zoon van Sir George Grey, werd in 1885 tot lid van het Parlement gekozen, was van 1892-1895 ondersecretaris van Buitenlandse Zaken onder Lord Rosebery, toonde zich liberaal-imperialist in de Transvaalse oorlog en werd minister van Buitenlandse Zaken onder Campbell Bannerman in 1906. Hij versterkte toen zeer de Frans-Engelse entente en sloot in 1907 een accoord met Rusland over de verdeling van de invloedssfeer in Perzië.

Hij bemiddelde steeds tussen Frankrijk en Duitsland en steunde het bezoek van Lord Haldane aan Berlijn (om een pauze in de vlootbouw tussen Duitsland en Engeland tot stand te brengen), maar toen dit op een weigering van Duitsland afstuitte, begaf hij zich in onderhandelingen met Frankrijk tot overleg omtrent hetgeen gebeuren moest, als een van beide door een derde mogendheid werd aangevallen. Na de inlijving van Bosnië en Herzegowina door Oostenrijk belegde hij een ambassadeursconferentie te Londen en voorkwam daardoor een Oostenrijks-Russisch conflict. Zo heeft hij zich ook alle moeite gegeven om het Oostenrijks-Servische conflict in 1914 te voorkomen. Duitsland liet te Londen officieel informeren of Engeland in een oorlog neutraal zou blijven, indien het Frankrijk na de oorlog niets zou afnemen (in Europa!) en de integriteit van België zou respecteren, indien het in een oorlog neutraal zou gebleven zijn.

Maar Lord Grey wees dit af en informeerde te Parijs en te Berlijn of men de neutraliteit van België zou respecteren en te Brussel of men daar neutraal zou blijven. Het was toen evenwel al te laat en de Duitse troepen trokken de Belgische grens over. Dit gaf de doorslag tot Engelands deelneming aan Wereldoorlog I, hoewel men hierdoor te Berlijn ernstig verrast was en enkele Engelse ministers uit het kabinet (onder wie John Morley) hun ontslag namen.In het begin van Wereldoorlog I gaf Lord Grey zich grote moeite, dat de Geallieerden zich verbonden te beloven, dat geen hunner vrede zou sluiten zonder de anderen, waarin hij slaagde. Onder het nationaal ministerie Asquith bleef hij minister van Buitenlandse Zaken, maar bedankte, toen Lloyd George met de vorming van een kabinet belast werd, daar hij deze niet lijden mocht, en ook later, toen dit aan de belangen van het land geen schade meer doen kon, werkte hij hem in de liberale partij zoveel mogelijk tegen. Na de oorlog werkte hij voor het herstel der betrekkingen met Duitsland en met kracht voor de Volkenbond.

In Juli 1916, bij zijn aftreden als minister, werd Lord Grey tot viscount en pair benoemd, in 1928 tot kanselier van Oxford. Hij nam toen reeds geen levendig aandeel meer in de politiek, hoewel naar zijn woord in Engeland nog altijd sterk geluisterd werd, maar hield zich bezig met het schrijven van zijn mémoires en met de verzorging van zijn landgoed.

Er is een grote strijd ontstaan omtrent de vraag of Lord Grey wel alles heeft gedaan om de oorlog te voorkomen, maar de omstandigheden wijzen uit, dat dit wel degelijk het geval geweest is en dat Grey zich daarvoor het uiterste getroost heeft.

Bibl.: Twenty five years (2 dln, met herinneringen van zyn diverse ministerschappen, London 1925).

Lit.: H. Lutz, Lord Grey und der Weltkrieg (Berlin 1927); G. M. Trevelyan, Grey of Fallodon (London 1940).

< >