(Lissabon 14 Apr. 1812 Lon-den 20 Sept. 1898), verliet als kapitein de militaire dienst en maakte in 1838 en 1839 ontdekkingsreizen in de binnenlanden van Australië. In 1841 werd hij gouverneur van Zuid-Australië en in 1845 gouverneur van Nieuw-Zeeland, waar hij door krachtige maatregelen de inboorlingen tot onderwerping dwong.
Na zijn terugkeer in Engeland ging hij in 1854 als gouverneur naar Kaap de Goede Hoop. Van 1862-1867 was hij wederom gouverneur van Nieuw-Zeeland, geliefd bij de kolonisten, maar in twist met de Engelse regering. Vóór zijn vertrek naar Engeland schonk hij zijn kostbare verzameling boeken en handschriften aan de openbare bibliotheek van Kaapstad. In 1871 ging hij in Nieuw-Zeeland wonen, was van 1875-1876 superintendent der provincie Auckland en van 1877-1879 minister-president van Nieuw-Zeeland.
In 1886 schonk hij aan de stad Auckland een kostbare boekenen schilderijenverzameling en keerde in 1894 naar Engeland terug.Bibl.: Journals of two expeditions in N. W. and Western Australia (2 dln, 1841); Polynesian Mythology (1855).
Lit.: G. C. Henderson, Life of George Grey (London 1907); J. Collier, Life of G.
Grey (London 1909).
