Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Edward COREMANS

betekenis & definitie

Belgisch staatsman (Antwerpen i Febr. 1835 “ 2 Nov. 1910), studeerde in de rechten te Luik en vestigde zich als advocaat te Antwerpen met — ongehoord feit — een Vlaamse naamplaat op de deur. Hij behoorde in 1860 tot de stichters van de „Nederduitse bond” waarvan hij gedurende vele jaren voorzitter was en waaruit de Meetingpartij ontstond.

In de Antwerpse gemeenteraad wist hij door te zetten, dat het Nederlands er werd aangenomen als officiële taal bij de beraadslagingen. In 1868 werd hij tot lid van de Kamer verkozen en legde er in 1871 een eerste wetsvoorstel ter tafel op het gebruik van de Nederlandse taal in strafzaken. Dit werd in 1872 gevolgd door een wetsvoorstel dat er toe strekte de magistraten in het Vlaamse land te verplichten de Nederlandse taal in strafzaken te gebruiken wanneer de beschuldigde, betichte of overtreder de Franse taal niet machtig is of de Nederlandse taal verkiest. Dit voorstel werd uit naam van de eenheid van het vaderland verworpen.

Alleen zou de betichte de taal van de rechtspleging ter zitting mogen kiezen. In 1878 verkreeg hij de stemming van een wet op de vervlaamsing van het bestuur en in 1883 was het aan zijn grote invloed te danken, dat de wet op het taalgebruik bij het officieel middelbaar onderwijs werd aangenomen. In hetzelfde jaar legde hij een nieuw voorstel ter tafel op het gebruik der talen in gerechtszaken. Dit zou eerst wet worden in 1889, nadat hij vier volle weken onafgebroken strijd in de Kamer had gevoerd.

Tijdens de behandeling dezer wet sprak hij op 27 Nov. 1888, als antwoord op een tergende uitdaging van Bara en onder toejuiching van de aanwezigen op de openbare tribunes, de eerste Nederlandse redevoering in de Belgische Kamer uit. De aanneming van de wet werd op 10 Febr. 1889 te Antwerpen met geestdrift gevierd. Op deze landdag stelden de Vlamingen een program op voor de vervlaamsing van bestuur, onderwijs, gerecht en leger. In 1887 was zijn amendement om de wet van 1883 op het vrij middelbaar onderwijs toe te passen, niet aanvaard.

Dit zou eerst in 1910 geschieden bij de uitvoering van de wet Segers-Franck. In 1888 werd een regeling op het gebruik van de talen in het leger getroffen. Ter gelegenheid van de herziening van de grondwet in 1892 stelde hij voor art. 23 te wijzigen om zowel de Franse als de Nederlandse taal in België officieel te doen verklaren. Deze poging gelukte niet.

In 1896 werden de samengesmolten wetsvoorstellen De Vriendt en Coremans, strekkende tot bestuurlijke gelijkberechtiging van de twee landstalen, door de Kamer in behandeling genomen en aangenomen, maar door de Senaat in 1897 grondig gewijzigd. Meetings en protestvergaderingen volgden elkaar op. Het Vlaams verzet bereikte een toppunt tijdens de grote volksbetoging van 28 Febr. 1897 te Schaarbeek, waar Coremans uitriep: „Wij zeggen onze dienst op aan de Walen”. De Kamer wijzigde de redactie maar handhaafde al de principes van de oorspronkelijke wet en nam deze ten tweeden male in 1898 met 90 stemmen tegen 19 en 4 onthoudingen aan.

Niettegenstaande het verbeten verzet van Bara, die met revolutie dreigde, bekrachtigde de Senaat deze tekst op 15 Apr. 1898 met 47 stemmen tegen 39 en 3 onthoudingen. Coremans trad af als Kamerlid in igio. Zijn opvolger was Frans van Cauwelaert.DR M. CORDEMAMS

Lit.: E. Corr (pseud. v. H. Mendiaux-Coremans), Edw.

C. (Antwerpen 1936).

< >