(Alexander), Fins wijsgeer, socioloog en ethnoloog (Helsinki 20 Nov. 1862 - Sept. 1939), promoveerde te Helsinki in 1889 op een proefschrift over het ontstaan van het huwelijk, was hoogleraar aldaar van 1906 tot 1918, te Abo sinds 1918 en was tevens te Londen hoogleraar in de sociologie van 1907 tot 1930. Zeer bekend werd zijn werk The origin and development of moral ideas (2 din, London 1906-’08, herdr. 1924), waarin hij het ontstaan van de zedelijke begrippen analyseert en deze in laatste instantie terugleidt tot onze emoties; de zedelijke waardering berust volgens hem op een gevoel van dankbaarheid, de morele afkeuring op gevoelens van toorn en wraak.
In verband hiermede ontkende hij het bestaan van absolute zedelijke normen. Verder heeft hij grote verdienste gehad bij de bestrijding van verschillende evolutionistische beschouwingen over de ontwikkeling van het huwelijk.Bibl.: The History of Human Marriage (1891, 5de dr. in 3 dln, 1925, vele vert.); Marriage Ceremonies in Morocco (1914); The Goodness of Gods (1926); A Short History of Marriage (1926); Ritual and Belief in Morocco (1926); Minnen ur mitt liv (Helsinki 1927, Eng. vert.: Memories of my Life, London 1929); Wit and Wisdom in Morocco (1931); Ethical Relativity (1932); Early Beliefs and their Social Influence (1932); Pagan Survivals in Mohammedan Civilisation (1933); Three Essays on Sex and Marriage (1934, suppl. op: History of Human Marriage); The Future of Marriage in Western Civilisation (1936); Christianity and Morals (1939); Letters from E. B. Tylor and A. R. Wallace to E. W., ed. with introd.
Remarks concerning the Publication of the History of Human Marriage, by K. R. V. Wikman (Abo 1940, Acta Acad. Aboenis, humaniora XIII, 7).
