Duits plantkundige (Warschau i Febr. 1844-Bonn 18 Mei 1912), werd in 1869 hoogleraar te Jena en was van 18801912 hoogleraar en directeur van de plantentuin te Bonn. Hij heeft vnl. gewerkt op het gebied van de ontwikkelingsleer en de cytologie.
Hij verzette zich eerst tegen de bewering van Hertwig, dat een bevruchting bestaat in het versmelten van 2 kernen, doch later verdedigde hij deze leer met grote nadruk. Met Pfeffer gaf hij sedert 1895 uit de Jahrbücher für wissenschaftliche Botanik en samen met Noll, Schenck en Schimper een veel gebruikt Lehrbuch der Botanik für Hochschulen (1894).Bibi.: Befruchtung und Zellteilung (1878); Über Bau und Wachstum der Zellhäute (1882); Neue Untersuchungen über den Befruchtungsvorgang bei den Phanerogamen (1884); Das botanische Praktikum (1884); Die stofflichen Grundlagen der Vererbung im organischen Reich (1905).
Lit.: Karsten, in: Ber. d. Deutsch. Bot. Ges. 1912.
