(Teresia Hedwig), Duits filosoof en theoloog (Breslau 12 Oct. 1891 - Auschwitz g Aug. 1942), uit orthodox-Joodse ouders, omtrent 14 jaar zonder geloof, studeerde in Breslau, Göttingen, Freiburg, waar zij assistente werd van E. Husserl.
Langs diens phaenomenologie kwam zij in ig22 tot het R.-Katholicisme. Sindsdien trachtte zij een synthese te vinden tussen thomisme en phaenomenologie. In 1933 moest zij als Joodse haar docentschap aan „Das deutsche Institut für wissenschaftliche Pädagogik” te Münster opgeven en trad in 1934 overeenkomstig een lang gekoesterd verlangen in bij de Carmel te Keulen (later te Echt) waar zij de naam ontving van Teresia Benedicta a Cruce. Zij bleef zich één voelen met Israël en offerde haar leven er voor op. N.a.v. de brief van het Nederlandse episcopaat over de Jodenvervolging werd zij gevangengenomen door de Gestapo (2 Aug. 1942) en reeds een week later in Auschwitz vergast. Haar nagelaten werken berusten bij het Husserl-archief te Leuven, dat in samenwerking met het Provincialaat der Ongeschoeide Carmelieten reeds de uitgave van enige delen verzorgde. PROF. DR J. H. NOTA S.J.
Bibi.: Zum Problem der Einfühlung (1917); Frauenbildung und Frauenberufe (1949); Kreuzeswissenschaft (1950); Endliches und ewiges Sein (1950); vertalingen van Thomas van Aquino, Newman en vele artikelen.
Lit.: Teresia Renata de Spiritu Sancto: Edith Stein (1948; Ned. vert. 1951), een voorlopige levensschets; J. Oesterreicher, Walls are crumbling (1952; Ned. vert. 1953).
