gelegen op 49°50' N.Br. en 6°25' O.L. v. Gr., is een grensstadje met 3070 inw. aan de Sauer in het groothertogdom Luxemburg.
De voornaamste bron van inkomsten voor de bevolking is, naast de damast- en wolweverij en de leerlooierij, het vreemdelingenverkeer, gevolg van het natuurschoon in dit deel van Luxemburg. Als nederzetting bestond Echternach reeds in de Romeinse tijd; zijn opbloei dankt het aan de in 698 door de H. Willibrordus gestichte Benedictijner abdij. In deze, van 1727-1731 herbouwde, abdij werd Willibrordus in 739 begraven; in 1801 werd de abdij door de Fransen opgeheven. De vroegere abdijkerk, de huidige St Willibrordusbasiliek, is Romaans (1017-1031) met Gothische toevoegsels uit de 13de eeuw; de kerk werd tijdens het Duitse Ardennenoffensief (Dec. 1944) zwaar beschadigd. Zij bezit een crypt en de moderne marmeren sarcofaag van de heilige. Zijn overblijfselen werden tot in 1906 bewaard in de St Pieterskerk (1220), die zich op een hoogte bevindt. Het Laatgothische stadhuis (1520-1530) is de vroegere Dingstuhl (gerechtshof). Van de middeleeuwse stadsmuren is nog een gedeelte met vijf torentjes bewaard.Echternach is beroemd door zijn springprocessie, die ieder jaar, op Pinksterdinsdag, van de Sauerbrug naar de Willibrorduskerk trekt. De oorsprong gaat volgens sommigen terug tot de heidense tijd, volgens anderen tot de 13de eeuw, toen de St Vitusdans de streek teisterde. De duizenden pelgrims „springen” steeds drie passen vooruit en twee achteruit, op de tonen van een eigenaardige, oude muziek.
H. A. BOMER
Lit.: C. Wampach, Gesch. d. Grundherrschaft E. im Frühmittelalter (Luxemb. 1929-’30).