is de naam van een Indische godheid, die in de overgeleverde teksten reeds sterk op de achtergrond gedrongen is door andere goden als Indra en Varuna. Van hem worden geen mythen verteld.
Hij is een hemelgod, die zeker tot de Indogermaanse periode terugreikt, want er is geen godennaam, die bij de verschillende volken dezer taalfamilie met zoveel zekerheid kan worden aangewezen als Dyaus. Zijn volledige naam Dyaus Pitar (Vader Dyaus) beantwoordt aan Grieks Zeus Patèr, Latijn Jupiter, terwijl het eerste deel beantwoordt aan de Noordgermaanse godennaam Tyr. Gewoonlijk wordt het woord met een wortel div „schitteren”, „glanzen” in verband gebracht; dit is echter helemaal niet zeker en het is ook mogelijk dat de oudste betekenis van diēus niet anders is dan „hemel”, zonder bijzondere nadruk op het wolkenloze of stralende aspect daarvan.Lit.: G. Sturtevant Hopkens, IE deiwos and related words (Pennsylvania 1932).