zijn getallen, geschreven in het tweetallig stelsel (zie talstelsel) d.w.z. uitgedrukt in de afdalende machten van het getal 2. Het is duidelijk, dat deze schrijfwijze onpractisch is, omdat zij reeds voor kleinere getallen zeer veel cijfers vereist.
Zo is bijv. 23,375 (tientallig stelsel) = 11011,011 (tweetallig stelsel). Voor theoretische doeleinden wordt zij echter wel aangewend (zie Möbius, net van), gelijk reeds door Leibniz in 1689 in een brief aan Joh. Ch. Schulenburg werd aanbevolen.