Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DWARSVERBAND

betekenis & definitie

is in de scheepsbouw het totaal der constructiedelen, die er voor zorgen dat het schip in een richting, dwars op zijn lengte, zijn oorspronkelijke vorm (nagenoeg) behoudt onder de inwerking van dwarsscheeps gerichte krachten (de normale waterdruk, botsen tegen kaden, golfslag, slagzij, enz.).

De voornaamste elementen van het dwarsverband zijn bodem, dubbele bodem, dekken en dwarsschotten. In tweede linie komen de spanten en dekbalken (bij schepen met langsspanten de raam- of plaatspanten en -balken). Het door spanten, balken en wrangen (de „balken” van de bodem) gevormde raam dient vormvaste hoeken te bezitten, d.w.z. spanten, balken enz. mogen t.o.v. elkaar niet scharnierend verdraaien. Daarom worden de verbindingen met knieën uitgevoerd.

Bij kleine vaartuigen, schuiten en sloepen, is de met spanten verstijfde huid sterk genoeg om verdere steun te kunnen ontberen, maar toch zijn bij sloepen (die veel botsen) de doften niet alleen als zitbanken gewenst.

Rijnaken en dergelijke rivierlichters hebben vrijwel geen dek, daar een zeer groot deel van het schip slechts met losse planken bedekte brede luikopeningen vertoont. Hier zijn ter compensatie dwarsschotten strikt noodzakelijk. Ze zijn bovendien aan de bovenzijde met „herften” versterkt: trogvormige dwarsbalken (benut voor bergplaatsen). De huidrand tussen twee schotten is verstijfd door de loopgangen, die a.h.w. horizontale bruggen vormen van schot tot schot. Onbekendheid met deze zaken deed het Duitse leger in 1940 de schotten uit sleepschepen breken om ze geschikt te maken voor landingsvaartuigen. Het gevolg, knikken van de schepen in woelig water, bleef niet uit. Is nl. het dwarsverband onvoldoende, dan kan de beplating van huid en dekken ook de langsbelasting niet meer opnemen (wegens uitbuigen en weerstandsverlies daardoor). Langs- en dwarsverband horen bij elkaar en zijn niet te splitsen.

Drijvende dokken, die schijnbaar aan de bovenzijde dwarsverband missen, bezitten zeer sterke zijkasten die in zichzelf voldoende stijfheid vertonen en bovendien is de ponton voldoende vormvast. Hetzelfde geldt voor bijv. modderbakken, onderlossers e.d.

IR R. F. SCHELTEMA DE HEERE

< >