Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Dominique-françois-jean ARAGO

betekenis & definitie

Frans wis- en natuurkundige (Estagel bij Perpignan 28 Febr. 1786 - Parijs 2 Oct. 1853), gaf reeds vroeg blijk van buitengewone aanleg; nadat hij in 1804 toegelaten was tot de polytechnische school, behoorde hij daar weldra tot de beste leerlingen. Na het voltooien van zijn studiën werd hij benoemd tot secretaris bij het „Bureau des longitudes” en niet lang daarna vertrok hij naar Spanje, om er met Biot en met de Spaanse vertegenwoordigers Chaix en Rodriguez de opmeting van de boog van de meridiaan, door Méchain en Delambre tussen Duinkerken en Barcelona volbracht, tot Formentera voort te zetten.

Hij bevond zich juist op het eiland Mallorca, toen de Spanjaarden tegen Napoleon opstonden. Hij werd in Juni 1808 in hechtenis genomen en enige tijd op de citadel van Bellver bij Palma gevangengehouden. Hij wist echter in Juli d.a.v. te ontsnappen en bereikte Algiers. Op reis naar Marseille geraakte hij op 16 Aug. 1808 weer in Spaanse gevangenschap. In Nov. d.a.v. op verzoek van den dey van Algiers vrijgelaten, verbleef hij te Algiers tot Juni 1809, toen hij naar Frankrijk kon terugkeren.Het gebied van de natuurkundige wetenschap, waarop Arago zich vervolgens bewoog, heeft hij met belangrijke ontdekkingen verrijkt. Vooral heeft hij zich beziggehouden met een onderzoek van de theorie van het licht en van zijn polarisatie, met behulp van de door hem zelf uitgevonden polariscoop, alsmede met waarnemingen omtrent galvanisme en magnetisme. De verslagen, die daarop betrekking hebben, gaf hij uit met Biot, met wien hij tot in 1816 zijn werkzaamheden voortzette. In 1809 werd hij benoemd, in plaats van Lalande, tot lid van de Academie van Wetenschappen te Parijs en tot hoogleraar aan de polytechnische school als opvolger van Monge. Allengs omvatte Arago het gehele gebied der natuurkundige wetenschap en vele buitenlandse geleerde genootschappen boden hem het lidmaatschap aan; de universiteit te Edinburgh verleende hem in 1834 de hoogste academische waardigheid.

Ook op staatkundig gebied vervulde Arago een belangrijke rol. Toen in 1830 de Juli-omwenteling uitbarstte, wendde hij al zijn invloed aan, om onnodig bloedvergieten te voorkomen, waarbij zijn vriendschappelijke betrekking tot Marmont en anderen hem van groot nut was. Als lid van het lichaam van afgevaardigden, waar hij het departement Oost-Pyreneeën vertegenwoordigde, schaarde hij zich aan de zijde der oppositie en bewees, dat hij een welsprekend redenaar was. Toen de regering, na de beteugeling van de opstand in Juni 1832, Parijs in staat van beleg verklaarde en het voornemen koesterde, om de stad met vestingwerken te omringen, begaven zich Odilon-Barot, Lafitte en Arago op 6 Juni naar Lodewijk Philips en bewerkten, dat de regering haar plan aanvankelijk liet varen. Toen de polytechnische school in dat jaar, wegens het deelnemen van haar kwekelingen aan het Juni-oproer, onder het toezicht van den minister van Oorlog werd gesteld, nam Arago zijn ontslag als hoogleraar. Onder de Juli-regering was hij meermalen voorzitter van de „Algemene Raad” van het departement van de Seine en wist hij zijn medeleden te bewegen tot het afleggen van een verklaring ten gunste van de emancipatie der slaven.

Toen in 1848 de Februari revolutie uitbarstte, werd hij lid van het Voorlopig Bewind en verkreeg daarbij de portefeuille van Marine en later die van Oorlog. Toen het Voorlopig Bewind aftrad, benoemde de Nationale Vergadering hem tot lid van de uitvoerende commissie en in die betrekking betoonde hij gedurende de Juni-opstand van 1848 een grote mate van onverschrokkenheid. Na die tijd was Arago in de Nationale Vergadering werkzaam als lid van het krijgscomité. Toen er besloten was om een president te kiezen, trad hij op als een tegenstander van Lodewijk Napoleon en van de staatkunde van het nieuwe ministerie. Aan de latere vergaderingen van het wetgevend lichaam heeft hij nagenoeg geen deel meer genomen. Een volledige verzameling van zijn werken is van 1854-1862 in 17 dln onder toezicht van Barrai te Parijs verschenen.

Van deze vermelden wij afzonderlijk zijn voortreffelijke Astronomie populaire (4 dln, 1834-1835). Op 21 Sept. 1879 werd een standbeeld voor Arago onthuld te Perpignan en in 1893 een te Parijs vervaardigd door den beeldhouwer Oliva.

Lit.: Audiganne, François Arago, son génie et son influence, 2e éd. (1869).

< >