Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DODONA

betekenis & definitie

plaats in Epirus in het Z. van het Balkanschiereiland, in de Oudheid beroemd om zijn Zeus-orakel, waar voorspellingen werden gedaan uit het ruisen van de (aan Zeus gewijde) heilige eik. In oorsprong was hier een verering van chthonische (aardse) godheden.

Men maakt dit op uit een plaats bij Homerus (Ilias 16, 233), waar verteld wordt, dat de Selloi of Helloi, die bij Dodona wonen en als dienaren of verklaarders van de orakels fungeren, op de grond slapen en ongewassen voeten hebben; daar nu dit gebruik niet bij de Grieken, maar wel in het Kleinaziatische landschap Lydië voorkomt, geldt Dodona als, in oorsprong, een Voorgriekse plaats van verering (de Voorgrieken zijn uit Klein-Azië afkomstig). Men neemt nu aan dat, toen de Grieken uit noordelijker streken naar Dodona kwamen, hun god Zeus met zijn (eerste) gemalin Dione in de plaats is getreden van het Voorgriekse godenpaar. Met deze invoering van de Zeus-dienst hangt dan ook de verandering samen van de oude, onbekende wijze van orakelverlening in de latere door middel van de eik. Daarnaast raadpleegde men het orakel door vragen, gegrift op loden tafeltjes, bij het orakel te deponeren, waarop men dan antwoord kreeg.Lit.: J. Friederich, Dodonaica (1935). Voor de 19de-eeuwse opgravingen zie: C. Carapanos, Dodone et ses ruines (Paris 1878); voor de 20ste-eeuwse: D. Evangelides, in Praktika tès en Athenais Archeologikès Hetaireias (1930-’32).

< >