diaethyleendioxyde is een kleurloze vloeistof met een niet onaangename geur. Het kookt bij 101 gr.
C., stolt bij 11 gr. C. en wordt bereid door aethyleenoxyde (zie aethyleen) onder invloed van zuur te polymeriseren of door glykol met zuur te koken. Het is een zeer belangrijk oplosmiddel, daar het twee eigenschappen heeft, die anders zelden te zamen voorkomen. Als diaether is het een indifferent oplosmiddel voor tal van organische stoffen, maar toch is het in alle verhoudingen mengbaar met water (vgl. bijv. aether). Een nadeel is echter, dat het vergiftig is en dus bijv. niet gebruikt kan worden in geneesmiddelen. Het dioxaan van de handel bevat merkbare hoeveelheden aethyleenacetaat. Het kan hiervan bevrijd worden door behandeling met kaliumhydroxyde, waardoor laatstgenoemde stof als derivaat van acetaldehyde (zie aldehyden) verharst. Gedroogd kan het dan worden met chloorcalcium en ten slotte met blank natrium. Het wordt als oplosmiddel gebruikt voor vernissen, harsen en cellulose derivaten, voorts in verfafbijtmiddelen.
DR J. VAN ALPHEN
