Hall. is de naam voor een geslacht uit de familie van de Grassen (Gramineeën). Deze grassen worden Vingergrassen genoemd, omdat de lange, dunne schijnaren zeer dikwijls als de vingers aan een hand gerangschikt zijn.
Meer dan 250 soorten zijn bekend, die over de gehele aarde voorkomen en waarvan vele tot de goede voedergewassen behoren. In Nederland en in Midden-Europa heeft men slechts twee soorten: D. sanguinalis Scop., het bloedrode vingergras, ook Bloedgierst geheten, met een rechtopstaande stengel, behaarde bladeren en meest vijf schijnaren bijeen, en D. Ischaemum Muhlenb., het gladde vingergras, met een liggende stengel, vrijwel geheel onbehaarde bladeren en groepjes van meest drie schijnaren. In Midden-Afrika komen enkele soorten voor, o.a. D. exilis Stapf., die als graanvrucht door de inboorlingen worden gekweekt en ondanks hun kleinheid een goed voedingsmiddel leveren. Bekend zijn voorts de in Zuid-Afrika voorkomende, zgn. wollige vingergrassen, die overblijvend zijn en een uitstekend weidegras leveren. Verschillende eenjarige soorten kunnen zeer goed tegen een droog klimaat en worden in Amerika soms als crabgras gekweekt.