zijn in- of uitvoerrechten op goederen, die verschillen al naar gelang van het land van herkomst of bestemming, van de vlag, waaronder zij worden vervoerd, of van de handelswegen, waarlangs zij worden in- of uitgevoerd. De heffing van differentiële rechten kan met verschillende oogmerken geschieden.
In de eerste plaats kunnen zij worden gehanteerd als wapen in de handelspolitieke strijd, indien deze zich tegen een of meer bepaalde landen richt. Voorts kunnen zij dienen ter bescherming van de belangen van bepaalde landen (zie preferentiële rechten). Ten slotte kunnen zij ook dienstbaar worden gemaakt aan de bescherming van de nationale scheepvaart, de nationale havens en het nationale handelsapparaat. Een belangrijk technisch bezwaar van differentiële rechten is de ingewikkeldheid van het tariefstelsel.Het onderscheid in behandeling van verschillende landen, dat aan de heffing van differentiële rechting ten grondslag ligt, wordt gewoonlijk met de term discriminatie aangeduid. Het meest gevoelig voor discriminatie zijn landen, die in hoofdzaak fabrikaten uitvoeren, waarvan de herkomst gemakkelijk kan worden vastgesteld. Landen daarentegen, die vnl. fungibele en algemeen begeerde goederen exporteren, behoeven discriminatie in vele gevallen minder te duchten. Het effect van de discriminatie beperkt zich in de laatst bedoelde gevallen vaak in hoofdzaak tot een verschuiving van de richting van de export. Wanneer het discriminerende land zijn invoerbehoeften op grotere schaal dan tevoren in derde landen dekt, kan het benadeelde land in sterkere mate de overige afnemers van deze derde landen van goederen voorzien. De strijd tegen discriminaties in de internationale handel heeft geleid tot het in zwang komen van meestbegunstigingsclausules.
DR C. GOEDHART
Lit.: A. M. de Jong, Intern. Handel en Handelspolitiek (1937); G. von Haberler, Der Intern. Handel (1933).
Differentiële rechten in Ned. Indië
waren discriminerende invoerrechten ten behoeve van het moederland. Aanvankelijk, nl. in 1818 tijdens het bewind van de Commissarissen Generaal, strekte de discriminatie ter bescherming van handel en scheepvaart van Nederland en werden op moederlandse schepen aangevoerde goederen met het halve invoerrecht belast. Reeds in 1819 vulde de koning echter deze regeling aan door haar enkel te betrekken op voortbrengselen van de Nederlandse grond en nijverheid. En deze bescherming van het Nederlandse product werd in 1824 met Engeland gesloten tractaat verbood discriminatie met meer dan het dubbele invoerrecht en leidde tot de geheime lijnwaadcontracten, waardoor tijdens het cultuurstelsel de moederlandse textielnijverheid werd bevorderd. Eerst in de vijftiger jaren brak het liberale beginsel baan, dat aan alle eenzijdige begunstiging een eind wilde maken. Toch moest de opkomst van de particuliere koloniale ondernemingen, gesteld op een goedkope levensstandaard die de productiekosten laag hield, worden afgewacht eer de regering de afschaffing van de differentiële rechten kon doordrijven. Het gelukte pas aan minister Fransen van de Putte, wiens Tariefwet met ingang van 1874 aan alle discriminatie een eind maakte. In de dertiger jaren van deze eeuw heeft men ter bescherming van Nederlandse nijverheidsbelangen in Indië tweeërlei maatregelen leren toepassen, die beter dan een herleefd stelsel van differentiële rechten aan het gestelde doel beantwoorden, nl. het verlenen van invoercontingenten aan Nederlands product en verstrekking van Nederlandse deviezen voor de import.