Nederlands wiskundige (Den Bosch 31 Mrt 1848 Amsterdam 10 Mei 1941), was van 1881-1918 hoogleraar in de wiskunde, de mechanica en de sterrenkunde te Amsterdam. Gedurende vele jaren was hij lid van de redactie van het Nieuw Archief voor wiskunde en de Revue semestrielle des publications mathématiques, uitgegeven door het Wiskundig Genootschap te Amsterdam; van 1900-1920 had hij de hoofdleiding van de uitgave der werken en correspondentie van Christiaan Huygens onder de auspiciën van de Holl.
Maatschappij van Wetenschappen. Een door hem ontdekte eenvoudige samenhang tussen de storingen van een vlakke periodieke beweging in drie opeenvolgende perioden is in de vakliteratuur als stelling van Korteweg bekend.Bibl.: Algemeene stellingen betreffende de stationnaire beweging eener onsamendrukbare wrijvende vloeistof (Verh. K. A. 1883); Ueber Stabilität periodischer ebener Bahnen (Sitz. ber. Wien 1886); Scheeve oppervlakken (N. Arch. 1877); Einfluss der räumlichen Ausdehnung der Moleküle auf den Druck eines Gases (Ann. Ph. 1881); Descartes et les manuscrits de Snellius (1898); Problem der rollenden Bewegung (1898); De verschillende wijzen van drijven van een homogenen kubus (1914)-