Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DESORIËNTATIE

betekenis & definitie

Bij tal van acute psychoses nemen wij het verschijnsel waar, dat de belevende persoonlijkheid niet weet, waar hij is, welke tijd het is, wie hij zelf is. Hij kan zich in de situatie, waarin hij zich bevindt, niet oriënteren.

Men zegt dan, dat hij gedesoriënteerd is in tijd, in plaats en ten opzichte van de eigen persoonlijkheid. Desoriëntatie in tijd en ruimte gaan vrijwel altijd samen. Deze twee gaan echter lang niet altijd gepaard met een desoriëntatie t.a.v. de eigen persoonlijkheid. In het delier is de oriëntatie in tijd en ruimte altijd, ten opzichte van de eigen persoon bijna nooit gestoord. Zeer kort durende desoriëntatie (bijv. enkele sec.) wordt door psychisch normale mensen niet zelden waargenomen, bijv. in een toestand van vermoeidheid of bij zeer sterke concentratie, die plotseling doorbroken wordt. Ook bij het ontwaken uit een diepe slaap komen bij normale persoonlijkheden korte ogenblikken van desoriëntatie voor. Het georiënteerd zijn is zeer sterk gekoppeld aan het bewustzijn, zo sterk, dat men met grote zekerheid tot een verlaagd bewustzijn kan concluderen bij verminderde oriëntatie. Desoriëntatie bij helder bewustzijn wijst op zeer ernstige stoornissen in het zieleleven. Deze desoriëntatie gaat steeds gepaard met waan.

< >