(Latijn = nederlegging), heet de nederlegging van een bewijs- of processtuk op een plaats (bijv. de griffie van een rechtbank), waar het toegankelijk is voor hen, die bij de kennisneming er van belang hebben. Het deponeren van zo’n stuk wordt òf door de wet voorgeschreven, òf geschiedt vrijwillig door de betrokken personen, in het belang van hen zelf of van anderen.
In België wordt van openbare depositie gesproken, wanneer de nederlegging van een geschreven stuk geschiedt in handen van een openbaar ambtenaar, daartoe onder een bijzondere verantwoordelijkheid door de wet aangesteld. Talrijk zijn de akten, die gedeponeerd moeten worden; aldus moet het ene dubbel van de akten van de burgerlijke stand in het archief van de gemeente, het andere dubbel op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg neergelegd worden (art. 43 B. W.). Ieder eigenhandig testament wordt vóór de tenuitvoerlegging door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg ter bewaring gegeven in handen van een door hem aangestelde notaris (art. 1007 B.W.). Indien de beschrijving of de bewaring van het testament zulks vereist, kan de voorzitter gelasten dat het wordt gefotografeerd en dat een fotocopie, nadat deze is nagezien, bij het proces-verbaal wordt gevoegd (K.B. 22 Febr. 1936). Ter griffie van de handelsrechtbank moet een uittreksel uit het huwelijkscontract van de handelaars neergelegd worden (art. 12 W.v.K.); de akten van vennootschappen, hetzij geheel, hetzij bij extract, moeten neergelegd worden, om door middel van het Staatsblad bekendgemaakt te worden. Wie zich het uitsluitend recht op een uitvinding, een model, een tekening of een fabrieksmerk wil voorbehouden, moet de beschrijving van zijn uitvinding, het model, de tekening of het fabrieksmerk deponeren.