naam van een plebejisch Romeins geslacht, waarvan sommigen zich, volgens de Ouden, door buitengewone heldenmoed hebben beroemd gemaakt. De meest bekende zijn:
Publius Decius Mus
Volgens de overlevering redde deze door zijn beleid en dapperheid het leger van de consul Aulus Cornelius Cossus, dat in 343 v. Chr. door de Samnieten ingesloten was. Dit zou geschied zijn in een Samnietische oorlog (vroeger de 1ste genoemd), die echter vermoedelijk nimmer heeft plaats gehad; het verhaal is dan ook waarschijnlijk op Decius overgebracht als parallel van een gebeurtenis uit latere tijd. Het consulaat van Decius viel in 340 v.
Chr., te zamen met dat van Titus Manlius Torquatus. Met deze had hij afgesproken, dat degene, wiens troepen in de strijd met de Latijnen zouden wijken, door een gelofte zich ten dode zou wijden (devotio) (de Romeinen geloofden, dat hierdoor de goden de overwinning zouden schenken). Decius sprak, in de hiervoor bestemde kledij, toen zijn troepen weken, de formule, waarbij hij zich de goden wijdde, uit. Het leger behaalde nu de overwinning (Livius 8.9).
De traditie omtrent de Latijnse oorlog is zo onzeker, dat deze gebeurtenis verzonnen schijnt; de daad van de zoon, die hierna behandeld wordt, is vermoedelijk op de vader overgebracht. Toch is aan te nemen, dat Decius tegen de Latijnen is gesneuveld.
Publius Decius Mus
zoon van de voorgaande, streed tegen de Samnieten en Etruriërs. Als consul versloeg hij in 297 v. Chr. bij Maleventum de Apuliërs, bondgenoten van de Samnieten, en verwoestte Samnium. Daarna strijdend tegen Samnieten, Galliërs en Umbriërs in de beslissende slag bij Sentinum (295 v.
Chr.) wijdde hij zich ten dode (zie de voorgaande en Livius, 10. 28); zo behaalde het leger de overwinning. Ook van zijn zoon, consul in 279, wordt de devotio (wijding) vermeld; echter ten onrechte.
Lit.: Pauly-Wissowa, Real-Enz. der klass. Altertumsw. IV, 2277 e.v.