Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CUMULUS

betekenis & definitie

(afgekort cu) of stapelwolk noemt men een uit waterdruppeltjes bestaande wolk, waarvan de bovenzijde koepelvormig is en halfronde uitwassen vertoont, terwijl de onderzijde vrijwel horizontaal is. Cumuli ontstaan in verticale luchtstromingen van beperkte afmetingen, hetgeen dan ook goed aan de vorm is te zien (z convectie 2).

De basis van cu bevindt zich in het algemeen tussen 500 en 1000 m hoogte, Boven woestijnen, waar de vochtigheid van de lucht gering is, kunnen cu soms een basishoogte van 2 tot 3 km vertonen. Echte cu zijn scherp begrensd alsof ze uit een vaste stof waren gesneden. Wanneer de zon achter een cu staat vertoont de wolk een lichte rand. Wanneer cumulusachtige wolken gerafelde randen vertonen, spreekt men van fracto-cumulus. Men treft deze gerafelde cu vaak aan onder regenende altostratus.Men kan twee soorten stapelwolken onderscheiden:

a. Cumulus humilis, een cu met slechts geringe verticale ontwikkeling, die vnl. bij mooi weer voorkomt (mooi-weer-cumulus). Cumuli humiles bestaan gewoonlijk slechts korte tijd, 5-10 min. Daarna lossen ze op en in de omgeving ontstaan weer nieuwe. Zo verandert het aanzien van de hemel niet, terwijl toch telkens nieuwe wolken worden gevormd en weer verdwijnen. De cu hum. komt voor in een absoluut stabiele atmosfeer (z stabiliteit in de atmosfeer),
b. Cumulus congestus, de echte stapelwolk (in Nederland worden deze wolken ook wel donderkoppen genoemd, vooral wanneer ze zich ontwikkelen tot cumulonimbus). Deze heeft een grote verticale uitgestrektheid en is een kenmerk voor een voorwaardelijk onstabiele atmosfeer (z stabiliteit in de atmosfeer). De cu cong. vertoont vaak bloemkoolachtige uitwassen, waaraan het omhoog bewegen van de wolk duidelijk is te zien. Cu congestus kan in de tropen enige regen geven. Op gematigde breedte komt dit vrijwel niet voor (z neerslag).

Vaak vertoont een cu aan zijn bovenzijde een witte diffuse, min of meer lensvormige sluier, die er van opzij ongeveer als een boog uitziet (pileus of kapje). Soms doorboort een zich ontwikkelende cu een of meerdere van deze kapjes. Wanneer het aardoppervlak homogeen van structuur is, zodat geen voorkeursplaatsen bestaan voor de ontwikkeling van cu, zijn de stapelwolken volgens een regelmatig patroon verdeeld (Bénardse cellen, z convectie 2) (z verder wolken).

DR F. H. SCHMIDT.

< >