L. is de naam van een tropisch plantengeslacht uit de familie van de Vlinderbloemigen (Papilionaceeën). Het onderscheidt zich door een 5-spletige, 2-lippige kelk (de bovenlip 2-, de onderlip 3-spletig), een zeer grote, hartvormige vlag en een sikkelvormige, spitse (zelden stompe) kiel, 10 éénbroederige meeldraden, geheel verenigd of in een gespleten bundel, en een meestal opgeblazen, 2- tot veelzadige peul en omvat ca 350 soorten éénjarige of overblijvende kruiden en heesters met enkelvoudige of handvormig samengestelde bladeren en fraaie gele bloemen.
De belangrijkste soort is C.juncea L., de Bengaalse hennep, waarvan de vezels in Bengalen de naam sun dragen en tot vervaardiging van zakken en van zeildoek voor prauwen dienen.