Spaans dichter (Ciudad Rodrigo 1490? - Wenen 12 Juni 1556), werd al vroeg monnik, doch verliet het klooster om als secretaris in dienst te treden van aartshertog Ferdinand, de broeder van Karel V, die in 1526 koning van Bohemen werd, in 1531 Rooms koning en in 1540 koning van Hongarije. Castillejo stierf te Wenen en werd begraven te Wiener Neustadt.
Hij heeft dus het grootste deel van zijn leven buiten Spanje doorgebracht. Niettemin is hij door en door een Spanjaard gebleven, vooral in de vorm van zijn verzen. Deze worden verdeeld in drie boeken: Obras de amores, Obras de conversación y pasatiempo en Obras moralesy de devoción. De nieuwe Italianiserende richting in de Castiliaanse poëzie, ingeslagen door Boscan en Garcilaso, bestreed hij fel, ofschoon zonder enig succes. Hij wees vooral de nieuwe vormen af.
Voor de geest der Renaissance was deze dichter, die zoveel heeft dat aan de middeleeuwen doet denken, toch wel toegankelijk. Onder zijn verzen vindt men verschillende vertalingen van klassieke auteurs, o.a. Ovidius. Zijn Dialogo que habla de las condiciones de las mujeres (1546) en de Sermón de Amores doen echter zeer i4de-eeuws aan.
De Obras de Amores, opgedragen aan Anna van Schaumburg en Dona Ana de Aragon, ademen een geheel andere geest, die der Renaissance. Onder de vrolijke satiren dient vooral vermeld te worden Contra los que dejan los metros castellanos y siguen los italianos.Bibl.: (teksten): Obras, ed. J. Dominguez Bordona, 4 dln (Madrid 1926-1928), in de reeks „Clósicos Castellanos”, met inleiding.
Lit.: C. L. Nicolay, The life and works of C. de C. (Philadelphia 1910).
