is, in tegenstelling tot het generatianisme en traducianisme, de leer, dat de ziel van elke mens door een bijzondere daad van God uit het niet geschapen wordt en als wezensvorm met de door de ouders gedisponeerde materie verbonden. Deze leer ontkent dus, dat de menselijke ziel uit de substantie van de ouders (hetzij uit de kracht van het stoffelijke zaad, hetzij uit de geestelijke ziel van de ouders zelf) zou ontstaan en van de ouders op het kroost zou worden overgedragen (traduci).
Hoewel niet strikt als dogma gedefinieerd, is het creatianisme toch de geldende opvatting in de R.K. Kerk.