bijgenaamd Adeler of Adelaer, Deens vlootvoogd (Brevik in Noorwegen 16 Dec. 1622 - Kopenhagen 5 Nov. 1675), was van Deense afkomst, maar in Nederland opgevoed en tweemaal met een Nederlandse gehuwd, diende in zijn jeugd als adelborst onder Maarten Harpertsz Tromp en nam waarschijnlijk deel aan de slag bij Duins in 1639. Later onderscheidde hij zich in Venetiaanse dienst tegen de Turken, werd ridder in de Orde van San Marco en vice-admiraal en diende van 1661-1663 wederom de Nederlandse Republiek.
In 1663 werd hij door koning Frederik III benoemd tot generaal-admiraal van Denemarken en in 1666 in de Deense adelstand verheven. Hij verschafte Denemarken een voortreffelijke vloot naar Nederlands voorbeeld en met gebruikmaking van Nederlandse scheepstimmerlieden en zeeofficieren. Zijn kundigheden als scheepsbouwer worden veelal hoog aangeslagen.DR J. K. OUDENDIJK
Lit.: Preben Holik, Cort Adeler, (Kopenhagen 1935); Holland-Danmark, onder red. V. Knud Fabricius e.a., 2 dln, (Kopenhagen 1945).