Nederlands bouwmeester (Amsterdam 1561 - begr. 8 Nov. 1634), zoon van de Amsterdamse stadsmetselaar Cornelis Danckertsz., die hij in 1595 als zodanig opvolgde. Hij had onder toezicht van een fabriekmeester met Hendrick de Keyser als „beeltsnijder ende steenhouwer” en Hendrick Jacobsz.
Staets als „stadstimmerman” de leiding van de , ,steefabrycque’ ’ (dienst van publieke werken) te Amsterdam en was uitvoerder van De Keyser’s ontwerpen, o.a. van de Zuider-, Wester- en Noorderkerk, de Jan Roodenpoorts- en Munttoren, de Oude Beurs en de Haarlemmerpoort. Na de dood van De Keyser (1621) voltooide hij diens ontwerpen of voerde zijn eigen ontwerpen uit. Ook te Haarlem bouwde hij vele openbare gebouwen . In 1631 werd een verzameling van De Keyser’s ontwerpen, die Danckerts had uitgevoerd, uitgegeven, waarbij Salomon de Bray op diens verzoek de tekst schreef. Dit werk verscheen bij zijn neef Cornelis Danckerts (z.) (van Sevenhoven) (Amsterdam ged. 13 Juni 1604 - begr. 27 Apr. 1656), uitgever en graveur te Amsterdam, die verschillende werken op het gebied van de bouwkunst vertaalde en uitgaf (o.a.
A. Palladio’s theorieboek Verhandeling van de vijf orderen der bouw-konst, 1646), die ten onrechte meestal op naam van de bouwmeester worden gesteld.MR H. F. WIJNMAN
Bibl.: Architectura moderna ofte bouwinge van onsen tyt gedaen by Hendrick de Keyser en in weesen gebr. by Cornelis Danckerts mr. metselaer en bouwmeester (1631, herdr. 1641).
Lit.: J. G. Frederiks en F. J. v. d.
Branden, Biogr. woordenb. d. Noord- en Zuidned. letterk., 2de dr. (1892) ; E. Neurdenberg, Hendrick de Keyser (Amsterdam 1930); H. L.
Kruimel, Proeve eener genealogie v. h. geslacht Danckerts, in: Ned. Archief v. genealogie en heraldiek, II (1939).