Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

COMPLEMENT

betekenis & definitie

(1, wiskunde). Het is afkomstig van het Latijnse woord complementum en betekent: aanvulling.

Het complement van een hoek of boog is in de wiskunde die, welke bij genoemde hoek of boog opgeteld 90° oplevert.Zij M een puntverzameling, N een deelverzameling van M, dan noemt men de verzameling van de punten van M, die niet tot N behoren, het complement van N ten opzichte van M; men stelt het complement dan voor door M - N.

(2), vroeger veelal met de naam alexine aangeduid, is een stof, die in vrijwel alle normale sera voorkomt, zij het in wisselende hoeveelheden. Het feit, dat complement in normale sera voorkomt, d.w.z. in sera van dieren en mensen, die niet geïmmuniseerd zijn, toont dat de stof geen rechtstreeks verband houdt met immuniteit. De hoeveelheid complement neemt tijdens een immunisatieproces dan ook niet toe. Eenmaal buiten het lichaam gaat het complement-gehalte van serum snel achteruit; slechts onder bepaalde voorzorgen kan het gedurende langere tijd constant worden gehouden.

Het is dan ook niet bestand tegen verhitting; indien serum gedurende een half uur verwarmd wordt, zgn. geïnactiveerd, op 55-56 gr. C., wordt het complement volledig vernietigd. Deze gevoeligheid voor hoge temperatuur wordt aangeduid met de naam thermolabiliteit.

Complement is geen enkelvoudige stof, maar bestaat uit verschillende componenten. Oorspronkelijk onderscheidde men een zgn. „eindstuk” en een „tussenstuk”, zo genoemd, omdat het eindstuk zich slechts dan met de amboceptor kan verenigen, als ook het middenstuk aanwezig is. Dit laatste zou een globulinekarakter hebben, terwijl het eindstuk een albumine zou zijn.

Recente onderzoekingen hebben aangetoond, dat de bouw van het complement ingewikkelder is en dat er minstens vier componenten bestaan. Deze zijn niet alle thermolabiel: sommige kunnen hogere temperaturen dan 56 gr. C. zeer goed verdragen. Ook de vereenzelviging van het middenstuk met globuline en van het eindstuk met albumine blijkt te eenvoudig voorgesteld.

Bij een aantal immuniteitsreacties is, voor de totstandkoming van de binding van de amboceptor aan het antigeen, de aanwezigheid van complement noodzakelijk. Hiervan wordt gebruik gemaakt bij de complement-bindingsreactie.

DR W. AEG. TIMMERMAN.

Lit.: J. Gordon, H. R. Whitehead, A.

Wormall, Biochem. J. 20 (1926), 1028; L. Pillemer, E. E.

Eckcr (1941), Science; 94 437» E. É. Ecker, L. Pillemer, S. Seifter J.

Imm. 47 (1943), 181; S. Seifter, L. Pillemer, E. E.

Ecker J. Imm. 47 (1943), 195; L. Pillemer, S. Seifter, G.

L. San Clemente, E. E. Ecker, J.

Imm. 47 (1943), 205.

< >