Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

COMMUNE VAN PARIJS

betekenis & definitie

(Commune betekent gemeenteraad), revolutionnaire oppositieregering van Parijs tegen de conservatieve Nationale Vergadering te Versailles (voorjaar 1871). Na de ongelukkige afloop van de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 brak 18 Mrt te Parijs een arbeidersopstand uit.

Oorzaken waren: de doorstane ontberingen en desorganisatie tijdens het beleg, de verscherping van de klassentegenstellingen en de ideologische tegenstelling tussen „linksen” en „rechtsen”, die het gevolg daarvan waren: de beter gesitueerden hadden meestal de oorlogsmisère in Zuid-Frankrijk ontlopen en verlangden zo spoedig mogelijk „normale” — vóór-oorlogse — toestanden te herstellen, mede opdat het Duitse bezettingsleger Frankrijk zo spoedig mogelijk zou verlaten. Het is onjuist de Commune-opstand als een socialistisch „voorpostengevecht van het Europese proletariaat” te beschouwen, zoals Marx gedaan heeft, in verband waarmee de Sovjet-Unie de 18de Mrt als officiële feestdag heeft ingesteld. Aanleidingen tot de opstand waren de opheffing van het moratorium van huurschuld en de opheffing van de Nationale Garde door de Nationale Vergadering, terwijl de soldij als lid van de Nationale Garde de enige ondersteuning voor de werkloze Parijse arbeiders uitmaakte. Toen troepen trachtten zich van de kanonnen meester te maken, die door algemene inschrijving waren gekocht, en in de N.O. arbeiderswijken waren opgeborgen, weigerden de soldaten te schieten en werden de generaals Lecomte, die bevel tot schieten gegeven had, en Clément Thomas door de razende volksmassa gefusilleerd.

De regering besloot Parijs te verlaten, ofschoon alle burger-ministers van oordeel waren, dat men de arbeiderswijken best baas had kunnen blijven. Maar Thiers, het hoofd van het voorlopig bewind, en de militairen wilden het leger isoleren, de discipline herstellen en later de stad weer binnen trekken. Op 26 Mrt werden gemeenteraadsverkiezingen gehouden. Het aantal opgekomen kiezers was normaal.

Er werden 65 aanhangers van het „Centraal Comité der Nationale Garde” gekozen — 17 socialisten van de „Internationale”, 8 Blanquisten en verder „Jacobijnen à la 1793”, zoals Delescluze, Pyat, Gambon — tegen 19 tegenstanders. De vergadering noemde zich „Commune de Paris”, daarbij geïnspireerd door de herinnering aan de Commune van 1793, het democratische lichaam, dat tijdens de eerste Franse republiek zo’n krachtige invloed op de rijksregering had uitgeoefend. Zij riep de arbeiders elders op, haar voorbeeld te volgen, wat te Lyon, St Etienne, Le Creusot, Toulouse, Narbonne, Marseille en Limoges inderdaad met meer of minder succes getracht werd. De Commune heeft allerlei sociale maatregelen genomen — verlenging van het moratorium, verlaging der huren, restitutie van lommerdpanden tot een waarde van 20 francs, beschikbaarstelling van leegstaande huizen ten behoeve van dakloze gezinnen — doch dit waren eerder incidentele maatregelen dan maatregelen, die een bepaalde reorganisatie der maatschappij in socialistische geest bedoelden.

Zij trachtte een aanvang te maken met de ontkerkelijking en het kosteloos maken van het onderwijs, maar dit mislukte.Op 2 Apr. begon de aanval der „Versailleanen”. De regering opereerde met een leger van meer dan xoo 000 man, voor het grootste gedeelte uit Duitsland teruggekeerde krijgsgevangenen onder maarschalk Mac-Mahon. Men schat het aantal werkelijk strijdbare Nationale Gardes op niet meer dan 30 000. Nationale Gardes die door regeringstroepen gevangen genomen werden, werden direct gefusilleerd.

Daartegen dreigde de Commune bourgeois als gijzelaars gevangen te nemen en eveneens te doden. Eindelijk begon de „semaine sanglante” van 21 -29 Mei, de tijd van de straatgevechten, waarin van beide zijden ontzettende gruwelen gepleegd werden. Al terugtrekkende van de ene barricade naar de andere staken de commtmards of gefedereerden zoals ze zichzelf noemden, de openbare gebouwen van de wijken, die zij ontruimen moesten, in brand. Door de Commune of het Centraal Comité is daartoe geen bevel gegeven.

Men maakte daarbij gebruik van kolossale hoeveelheden petroleum, die in Parijs waren opgehoopt, omdat men geen kolen meer had om gas te stoken. Een en ander heeft aanleiding gegeven tot de legende der petroleuses. De Tuilerieën en het stadhuis gingen in vlammen op, het Louvre, de Notre-Dame en de Sainte Chapelle bleven door een toeval gespaard. Op 24 Mei werd op last van Rigault en twee andere terroristen een aantal gijzelaars, vnl. geestelijken, w.o. Darboy, aartsbisschop van Parijs, gefusilleerd en twee dagen later nog een vijftigtal, vnl. leden van het voormalige keizerlijke politie-corps.

Het laatst werden Père-Lachaise, het bekende kerkhof in Oost-Parijs, en de Buttes Chaumont verdedigd. Het aantal doodgeschoten communards schat men op ten minste 17 000. Gearresteerd werden er 38 000. Veroordeeld door krijgsraden — meestal tot deportatie — 13 450.

Men vond onder de gearresteerden slechts 396 vreemdelingen en 238 misdadigers. Gevolgen van de Commune-opstand waren, dat de arbeidersbeweging in Frankrijk voor lange jaren was lamgeslagen en dat de republikeinse partij veel nadeel ondervond.

DR J. S. BARTSTRA

Lit.: Enquête sur l’insurrection du 18 mars, officiële publicaties van de Nat. Verg.; Lissagaray, Hist. de la Commune (1876); L. Fiauz, Hist. de la guerre civile de 1871 (1879); G. Laronze, Hist. de la Commune de 1871 (Paris 1928); Dominique, La commune, Paris en sang (1930); B.

Becker, De Russ. Revolutie en de Parijsche Commune van 1871. Inaug. rede A’dam (1930); G. Bourgin, La guerre de 1870-1871 et la Commune (Paris 1939).

< >