(zeewezen) is de naam voor een gepantserde ruimte waarin de scheepsleiding voorheen een beschutte opstelling vond tijdens een zeeslag. Hierin bevonden zich alle apparaten nodig voor de bevelvoering, zoals machinekamertelegrafen, spreekbuizen en telefoons naar alle delen van het schip, artillerierichttoestellen, enz.
De gecompliceerde inrichting der moderne commando-apparaten en met name die der doorgevoerde mechanisatie, maakt het tegenwoordig onmogelijk alle toestellen in één beschermde ruimte te concentreren, daar het benodigde pantser, mede door de hoge opstelling van de commandotoren, te veel gewicht zou vergen. Bovendien maakt de vergroting van het luchtgevaar het nut van deze bescherming problematisch, daar het dak van een dergelijke toren altijd het zwakste punt vormt. Reeds vroeger was aan gebruik van commandotorens het bezwaar van gebrekkig uitzicht verbonden; bekende admiraals als Beatty leidden het gevecht van een open brug. Ook hier heeft de invoering van het vliegwapen de bruikbaarheid van deze torens nog verder verminderd.
De bruggen van moderne schepen zijn daarom meer of minder open, en de bescherming is gezocht in decentralisatie, het inrichten van reserve commandoposten, en, waar mogelijk, het onderbrengen van vitale delen diep onder in het schip. Op deze wijze ontstond een speciale artillerie-commandotoren, welke met het oorspronkelijke richttoestel vergroeide tot een licht draaibaar centraal richttoestel, vaak met ingebouwde optische- en radarafstandmeters.Op onderzeeboten is de commandotoren de drukvaste opbouw van de boot, van waaruit de onderzeeboot onder water geleid wordt. Van hieruit kunnen met de periscoop observaties worden gedaan, terwijl aldaar ook de instrumenten voor het berekenen van de aanval zijn ondergebracht.
LT. t. Z. I G. J.
PLATERINK.