Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Clemens janicius

betekenis & definitie

(meestal verkeerdelijk Janicki genoemd), Latijns-Pools dichter (Januszkowo, Poznan, 17 Nov. 1516 - Krakau begin 1543) van boerenafkomst, kon dank zij de bescherming van de primaat Andrzej Krzycki, zelf een talentvol humanistisch dichter, daarna van maarschalk Piotr Kmita, te Padua studeren. Zijn werk, geheel in Latijnse elegische disticha geschreven, bevat een gedeelte gelegenheidsgedichten, die door zijn maecenassen werden besteld: o.a. een reeks van medaillons waarin hij achtereenvolgens al de Poolse vorsten van de vroegste tijden af oproept: Vitae Regum Polonorum elegiaco carmine descriptae (Antwerpen 1563) en een andere gelijkaardige reeks betreffende de aartsbisschoppen van Gnesen, verder politieke diatribes, waarin hij in zekere zin als dichter-secretaris van Kmita optrad.

In al deze stukken kan men slechts zijn technische vaardigheid bewonderen. Maar zijn Epigrammen en vnl. zijn Elegieën en zijn Tristac getuigen van een frisse en op en top moderne sensibiliteit, tegelijk spontaan en diep, en, naar het einde toe, van een aangrijpende melancholie. Verwant met Tibullus, maar toch oorspronkelijk, geeft Janicius in zijn poëzie een intieme, oprechte en treffende schildering van het leven, de gewaarwordingen en gevoelens van een jong intellectueel uit de Renaissance. Hij verdient ongetwijfeld op één lijn geplaatst te worden met Sannazar en Johannes Secundus.Bibl.: critische en nagenoeg volledige ui tg.: Clementis Ianicii Carmina, door Lud. Gwiklinski (Krakau 1930; met goede inleiding in het Lat.).

Lit.: Gwiklinski, Klem. J., poeta uwienczony (Krakau 1893).

< >