(1) (NEDERLAND) van H.M. de koningin is dat gedeelte van de hofhouding, hetwelk niet tot het Militaire Huis behoort. De koningin richt Haar Huis naar eigen goedvinden in.
De regeling van de eigen hofhouding van de koningin en die van de leden van het koninklijk geslacht behoort aan Hare Majesteit. De koningin bepaalt de plechtigheden en gebruiken, die zij tot instandhouding van de koninklijke waardigheid nodig acht.Voor de samenstelling van het Civiele Huis zie men de jaarlijkse opgave in de Staatsalmanak.
(2) (BELGIË) van Z.M. de Koning der Belgen, staat tegenover het Militaire Huis met een goedafgetekende en zelfstandige bevoegdheid. De samenstelling er van ligt geheel in handen van de koning, die alle waardigheden, plechtigheden en gebruiken regelt.
Het Civiele Huis bestaat (1940) uit:
1. het departement van de grootmaarschalk van het Hof onder leiding van de grootmaarschalk en de ceremoniemeester;
2. het kabinet van de koning, onder leiding van de kabinetschef, bijgestaan door een adjunct-kabinetschef en een geattacheerde;
3. de Civiele Lijst, onder leiding van de beheerder, bijgestaan door een secretaris en een schatmeester;
4. het Beheer der Eigendommen van de Koning;
5. voorts een beheerder der stallingen en automobielen, een hofaalmoezenier, geneesheren van het Huis, een rechtskundig adviseur, een notaris en een bouwmeester.