(Frans: burger) was oorspronkelijk de naam van de stemgerechtigde bewoners van de cité, de stadsburgers en later, onder het constitutionele koningschap, van alle burgers. In 1792 werd het in Frankrijk gewoonte elkaar niet meer met de aristocratische titels monsieur en madame aan te spreken, maar daarvoor citoyen en citoyenne te gebruiken.
Een tijdlang werd dit volgehouden, maar bij het verslappen van de révolutionnaire ijver verviel men weer in de oude gewoonten. Onder het Directoire was het woord citoyen nog slechts in openbare verhandelingen en ambtelijke kringen uitsluitend in gebruik. In de officiële wijze van aanspreken bleef het tot het Consulaat bestaan, maar verdween geheel bij het begin van het Keizerrijk. Bij de Revolutie van 1848 trachtte men het opnieuw in te voeren, maar zag er spoedig weer van af.
Onder Franse socialisten werd het woord aan het begin van deze eeuw als betiteling naast het gebruikelijker „camarade” nog wel gebruikt.