C10H16O, is een lichtgele olieachtige vloeistof met een intensieve citroengeur, die voorkomt in vele aetherische oliën, zoals citroenolie, maar vooral in lemongrasolie (citroengrasolie). Het wordt gebruikt in de essence- en reukstoffabricage, zo geeft het door condensatie met aceton pseudo-jonon, hetwelk met verdund zwavelzuur omgezet wordt in het intensief naar viooltjes riekende 𝛼-jonon, dat verwant, maar niet identiek is met de reukstof uit de viooltjes, het iron. Chemisch bestaat citral uit een mengsel van twee nauw verwante aldehyden; het overeenkomstige mengsel van alkoholen C10H18O heet geraniol</i> en vormt het hoofdbestanddeel van geranium-, pelargonium- en rozenolie.
Zeer sterk op geraniol gelijkt nerol, ook CioHlsO, dat voorkomt in neroli- en bergamotolie, en linalool met dezelfde formule, dat bijv. in bergamotolie en lavendelolie voorkomt en naar lelietjes van dalen geurt. Citronellal is ook een mengsel van twee aldehyden, maar heeft de formule CI„H18O, zodat het dus twee waterstofatomen meer en daardoor een dubbele G : G band minder in het molecule bevat dan citral; het komt bijv. voor in citronella-olie. De verwante alkoholen C10H20O heten citronellol en komen bijv. voor in Javacitronella-olie. Al deze verbindingen bevatten de koolstofketen: zij behoren dus evenals de koolwaterstoffen myrceen (komt voor in Bayolie) en ocimeen (in Ocimum Basilicum) beide met de formule C10H16 tot de olejinische terpenen of terpenen met een open keten.DR J. VAN ALPHEN.