Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CHRISTOFFEL (Denemarken)

betekenis & definitie

naam van enige koningen van DENEMARKEN (z Estritiden).

Christoffel I

(ca 1220 - Ribe 29 Mei 1259), geraakte in twist met de Deense prelaten naar aanleiding van de keuze, tegen zijn wil, van Jakob Erlendssön tot aartsbisschop van Lund. Na de gevangenneming van de nieuwe aartsbisschop door de koning besloot de geestelijkheid op een kerkvergadering te Vejle een interdict uit te vaardigen. Het plotseling overlijden van de koning heeft het, ongegronde, vermoeden gewekt, dat hij door de abt van Ryd zou zijn vergiftigd.

Christoffel II

(29 Sept. 1276 -Nyköbing (F.) 2 Aug. 1332). Voor de eerste maal in de Deense geschiedenis werd, in 1319, de te kiezen koning een ,,Haandfaestning’ ’ voorgelegd, die zijn macht ten zeerste beperkte, vooral ten bate van de adel en prelaten. Christoffel heeft deze capitulatie bezworen. Niettemin trachtte hij zijn macht uit te breiden, wat een conflict tot gevolg had met adel en prelaten en met de Sleeswijkse bloedverwanten, gesteund door de graaf van Holstein, Gerhard III.

Na de vlucht van de koning werd de Holsteiner rijksbestuurder voor zijn zusterszoon, de Sleeswijkse hertog Waldemar. Onenigheid der verbondenen leidde tot terugkeer van de koning. Maar hij werd opnieuw verslagen en afgezet. Noch zijn gaven noch zijn karakter worden geprezen.

Christoffel III

tevens koning van NOORWEGEN en ZWEDEN (26 Febr.(?) 1416 - Halsingborg 6 Jan. 1448), zoon van de Beierse paltzgraaf Johann I en Catharina van Pommeren-Stolpe, zuster van Erik VII; werd, na de verdrijving van zijn oom, in 1439 op straffe voorwaarden tot koning in Denemarken gekozen; in 1441 en 1442 resp. tot koning van Zweden en Noorwegen. Zijn invloed was gering, vooral in Zweden, waar Karel Knutsson Bonde tot rijksbestuurder was uitgeroepen.

DR W. VAN EEDEN.

< >