Nederlands pottenbakker, sierkunstenaar en schilder (St Annaland, Zeeland, 16 Mrt 1881 - Epe 24 Jan. 1948), studeerde aan de Academie van Beeldende Kunsten te ’s-Gravenhage en was daarna werkzaam aan de fabriek Rozenburg (ceramiek). In 1901 had hij korte tijd een eigen oven te Scheveningen.
Vervolgens werkte hij in Duitsland. Van daar teruggekeerd, vestigde hij zijn werkplaats te Gouda, die hij in 1922 naar Epe verplaatste. Zijn pottenbakkerskunst behoort tot het beste dat op dit gebied sedert de herleving der ambachtskunsten is ontstaan. Oorspronkelijk versierde hij zijn potten met ornament, levendige decoratieve plant-, vis- en vogelmotieven in enkele sprekende kleuren.Zijn vormen zijn eenvoudig, vitaal, goed van verhouding en ongekunsteld. Later zocht hij de schoonheid uitsluitend in de enkelvoudige kleur der glazuren, waarin hij een diepe gloed en groot raffinement bereikte en waarmee hij zijn grootste bekendheid verwierf. Zijn glasmodellen voor de Leerdamse glasfabriek vertonen grote overeenkomst met zijn potten. Ook heeft hij ontwerpen gemaakt voor behangsel- en linnenfabrikanten. Als schilder was hij van minder betekenis.