Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Charles alexandre de CALONNE

betekenis & definitie

Frans staatsman (Douai 20 Jan. 1734-Parijs 29 Oct. 1802), was eerst intendant van Metz en Rijsel en werd 3 Nov. 1783 controleur-generaal (minister) van Financiën, met de opdracht de geldnood der regering te lenigen. Hij voorzag in de behoeften door lening op lening te sluiten, de opbrengst der belastingen van de nog komende jaren bij voorbaat te gebruiken en alle niet-dringende betalingen zo lang mogelijk uit te stellen.

Necker wees op de lichtzinnigheid hiervan door een helder gestelde Mémoire. Toen het Parlement van Parijs zich tegen het sluiten van een nieuwe lening van 80 mill. francs wilde verzetten, belegde de koning een „lit de justice”, waardoor aan het Parlement het zwijgen werd opgelegd. Onderwijl begreep Calonne wel, dat werkelijke beterschap niet kon komen dan wanneer aan de geprivilegieerde standen werd opgelegd, afstand te doen van hun belastingvoorrechten. Daartoe stelde hij voor, een Vergadering van Adel en Geestelijkheid bijeen te roepen en hoopte, dat deze standen zich aanzienlijke opofferingen zouden willen laten welgevallen. De zgn.

Notabelenvergadering van Febr. 1787 leidde echter niet tot het gewenste resultaat. Calonne werd van alle zijden aangevallen, en de notabelen, evenzeer als de koningin, kozen partij tegen hem. Een commissie verklaarde toen, dat hij de koning, geheel Frankrijk en Europa bedroog, en Lodewijk XVI verleende hem 9 Apr. zijn ontslag. Calonne werd verbannen, ging naar Engeland en wijdde zich later aan de zaak der ContraRevolutie.

In zijn ballingschap was hij een van de voornaamste medewerkers van de graaf van Artois. Tijdens het Consulaat werd hem na de Vrede van Amiens vergund naar Frankrijk terug te keren.Lit.: Susane, La tactique financière de C. (1901); A. Wahl, Die Notabelnversammlung von 1787 (Tübingen 1899); Idem, Vorgesch. der französ. Revol. (2 Tle, Tübingen 1901-07); A. Goodwin, C., the Assembly of French notables in 1787 and the Origins of the Révolte Nobiliaire, in Eng.

Hist. Rev., dl 61 (1946).

< >