Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CHANSON DE GESTE

betekenis & definitie

is de naam voor het Oudfranse heldendicht. Geste komt van het Latijnse (res) gestae, dat heldendaden, strijdverhaal betekent. Het chanson de geste vertelt meestal een historische gebeurtenis die echter zo door legendarisch bijwerk en door de verbeelding van de zanger is veranderd, dat de geschiedenis er dikwijls moeilijk in terug te vinden is.

Men heeft verschillende theorieën opgesteld om het ontstaan der Franse heldendichten te verklaren. Sommige geleerden (o.a. Gaston Paris en Léon Gautier) geloofden, dat zij teruggingen op oorspronkelijk Germaanse of, later, Franse liederen, door zangers voorgedragen even na de historische feiten die zij bezongen. Pi o Rajna meende, dat grote Merovingische heldendichten er de basis van vormden en legt bijzonder de nadruk op de Germaanse elementen er in.

Een geheel nieuwe theorie is die welke Joseph Bédier in zijn Légendes Epiques heeft gegeven. Zij zijn volgens hem in de 11de eeuw op zijn vroegst geschreven om een bepaald heiligdom, meest op de weg naar een beroemde bedevaartplaats, en aldaar bewaarde relikwieën of herinneringen bekend en geliefd te maken. Zo schijnt het humoristische gedicht Le pèlerinage de Charlemagne bestemd te zijn geweest om op de jaarmarkt te worden gezongen waar men de relikwieën van de abdij van St Denis tentoonstelde, volgens de legende door Karel de Grote uit Jeruzalem meegebracht. Het Chanson de Roland is verbonden aan de heilige plaatsen van Bordeaux, Blaye en Roncevaux, gelegen op de pelgrimsweg naar Santiago in Galicië.

De laatste jaren is men weer min of meer teruggekomen tot de cantilenen-theorie van G. Paris, maar de gedichten zelf zijn het werk van individuele dichters en niet een letterkundig agglomeraat.Men noemt ook geste een groep van zulke heldendichten, die hetzelfde onderwerp of dezelfde persoon behandelen en verdeelt dan de chansons de geste in vier groepen, waarvan de eerste Karel de Grote tot held hebben (Chanson de Roland, Huon de Bordeaux), de tweede Willem van Oranje en zijn familie bezingen, de Saracenen-bevechter([Couronnement de Louis-, Charroi de Nîmes). De derde groep verhaalt van de strijd der grote leenheren, bijv. Doon de Mayence, tegen Karel de Grote. Men rekent hiertoe het lied van Renaud de Montauban en de Quatre fis Aymon (Vier Heemskinderen). De vierde groep verhaalt geschiedenissen en legenden van de eerste kruistocht (o.a. het Chanson d’Antioche). De chansons de geste doen ons tamelijk eentonig aan, de psychologie is nog uiterst eenvoudig, de heldenfeiten en de gevechtsbeschrijvingen nemen er de ereplaats in.

Zij werden in coupletten of laisses verdeeld van ongelijke grootte. Het vers telde meestal io, in de Pèlerinage de Charlemagne 12 lettergrepen. Terwijl de oudste chansons de geste de zgn. assonance hadden, d.w.z. dat alleen de beklemtoonde slot-klinker van opeenvolgende versregels dezelfde was in één laisse, vinden we in die van later datum het rijm. Deze gedichten werden aanvankelijk gezongen of voorgedragen, onder begeleiding van de vielle, de luit.

Soms was het de dichter, de trouvère zelf, meestal een jongleur, die op jaarmarkten of in de kastelen voor een nog niet verfijnd publiek deze gedichten voordroeg. Het Chanson de Roland is wel het meest bekende en ook naar de inhoud het indrukwekkendste van dit middeleeuwse genre dat van Frankrijk uit West-Europa veroverde; ook de Middelnederlandse letterkunde kent een Roelantslied.

PROF. DR M. VALKHOFF

Lit.: Léon Gautier, Epopées françaises, 4 t., 2e 1878I8/8-’92; Gaston Paris, Histoire poétique de Charlemagne (1865); Pio Rajna, Origini dell’ epopea francese (1884); Joseph Bédier, Les légendes épiques, 4 t. 3e éd. 1926-’29; R. Fawtier, La Chanson de Roland (1933).

< >