Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CAROTEEN

betekenis & definitie

In vele plantaardige en dierlijke vetten komen gele en rode kleurstoffen voor, die carotenöiden of lipochrome pigmenten worden genoemd. In 1831 reeds werd één hiervan, het caroteen of carotine C40H56, door Wackenroder geïsoleerd uit de gewone wortel of peen (Daucus carota).

Het vormt robijnrode kristallen, waarvan in 1931-’33 door Kuhn bewezen werd, dat zij bestaan uit een mengsel van drie isomeren : a-caroteen, sm.pt 188 gr. C., ß-caroteen, sm.pt 184 gr. C. en een spoor y-caroteen, sm.pt 178 gr. C.

Nauw verwant is het lycopeen, eveneens C40H56, de rode kleurstof van tomaten en andere vruchten. Van bijzonder belang is, dat de carotenen in de lever omgezet kunnen worden in vitamine-A. De structuur der carotenen is volkomen opgehelderd, vooral door het werk van Karrer.DR J. VAN ALPHEN.

< >