graaf (Pallanza 8 Dec. 1809 - Rome 2 Dec. 1891), Italiaans staatsman, vestigde zich in 1838 als advocaat te Cassale. Reeds in 1831 nam hij deel aan de liberale beweging tegen Oostenrijk.
In 1848 werd hij lid der Volksvertegenwoordiging in Sardinië en verdedigde er de democratisch-constitutionele monarchie tegen de republikeinen, waarna hij zich in het kabinet-Gioberti met de portefeuille van Onderwijs belastte. In 1849 vergezelde hij Karel Albert in de oorlog tegen Oostenrijk en nam na de nederlaag bij Novara deel aan de onderhandelingen over de wapenstilstand. Daarop legde hij de portefeuille neer, was in de Kamer de leider van de partij-Cavour en was in 1857 en 1858 president der Kamer; daarna zag hij zich benoemd tot senator en belast (1859) met de portefeuille van Onderwijs. Nadat hij in 1865, na het September oproer te Turijn, aldaar de moeilijke betrekking van prefect had bekleed, werd hij in 1868 minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Menabrea en dempte de volksbewegingen in de Romagna.
Van 1869-1875 was hij Italiaans gezant te Londen en werd na zijn terugkeer president van de Staatsraad, welke betrekking hij tot zijn dood waarnam.