Heilige (Bucclianico, Napels, 25 Mei 1550 - 14 Juli 1614), trad na een lichtzinnig jeugdleven in een Capucijnerklooster, doch kon wegens een wonde aan zijn been geen professie doen, en ging zich in het gasthuis te Rome laten verzorgen. Hij keurde de geldzucht der verplegers af en vatte ten slotte het plan op, na zelf in 1584 priester te zijn gewijd, een Congregatie te stichten van geestelijken (de zgn. Camillianen), bestemd voor de ziekenverpleging.
Hij werd door Benedictus XIV in 1746 heiligverklaard. Zijn feestdag is 18 Juli.Lit.: W. Wiesen, Kam. de Lellis und sein Werk (Essen Heidhausen 1921); Alban Goodier S.J., Heiligen voor zondaars, 105/30 (Hilversum 1931); C. C. Martindale S.J., Heiligen trekken door de eeuwen, 84/90 (Utrecht-Nijmegen 1947).
