Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Camille de BRUYNE

betekenis & definitie

(Pollinchove bij Veurne 25 Mrt 1861 - Gent 29 Mrt 1937), hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Gent, was leerling van prof. C. van Bambeke, beoefende eerst de histologie en de embryologie, later de biologische aardrijkskunde en de plantkunde.

In zijn wetenschappelijke onderzoekingen bewees hij het parallellisme tussen de teeltklieren, mannelijke en vrouwelijke, bij de insecten, dat het amitose als verdelingsverschijnsel optreedt met ontaardingskarakter, en dat de phagocytose bij de eerste tijdperken van het leven tot het verwijderen van de onnodig geworden cellenoverblijfsels werkt. Hij schreef enige mededelingen over phytogeographie. Hij was onder de eerste leden van het Kruidkundig Genootschap Dodonaea, in 1887 door Julius Mac Leod gesticht; tevens was hij een der acht stichters van het Vlaams Natuur- en Geneeskundig Congres in i8g7, waarvan Mac Leod de oprichter en de voorzitter was. In 1927 werd hij rector, en in 1929 beheerder-inspecteur van de Gentse universiteit.Tijdens Wereldoorlog I werd hij door de vijandelijke bezetter van 26 Juli 1916 - 18 Nov. 1918 naar Duitsland verbannen.

Lit.: Liber memorialis Univ. Gent, Bot. Jaarboek Dodonaea (1930).

< >